Plaats en beweging > Hoeken en inproduct
123456Hoeken en inproduct

Oefenen

Opgave 12

Bereken telkens de hoek tussen de gegeven vectoren in graden nauwkeurig.

a

`vec(a)=((3),(2))` en `vec(b)=((2),(text(-)5))`

b

`vec(p)=((5),(text(-)2))` en `vec(q)=((1),(4))`

c

`vec(v)=((1),(text(-)3))` en `vec(w)=((text(-)4),(12))`

Opgave 13

Een zeilboot vaart op het IJsselmeer vanuit de haven van Enkhuizen naar een punt dat `5` km oostelijker en `3` km zuidelijker ligt en van daaruit naar een punt dat `2` km westelijker en `8` km noordelijker ligt.

a

Teken deze zeiltocht in een cartesisch assenstelsel met in `O(0, 0)` het startpunt, de `x` -as als oostelijke richting en de `y` -as als noordelijke richting.

b

Beschrijf de zeiltocht als de som van twee vectoren en bereken de lengte in km van deze zeiltocht.

c

De retourvaart is de kortste weg terug. Geef de vector die de retourtocht beschrijft met de bijbehorende en draaihoek (t.o.v. het oosten).

d

Bereken in km de lengte van de retourvaart.

Opgave 14

Gegeven zijn de lijnen `l: ((x),(y)) = ((5),(10)) + p*((4),(text(-)1))` en `m: 2x-5y=10` .

Bereken de hoek tussen beide lijnen in één decimaal nawkeurig.

Opgave 15
a

Bereken de hoek tussen `vec(a)=((2),(text(-)1))` en `vec(b)=((4),(3))` in graden nauwkeurig.

b

Geef een vector `vec(c)` die loodrecht staat op `vec(b)` en twee keer zo lang is.

Opgave 16

Gegeven is een vierhoek `ABCD` met hoekpunten `A(text(-)23, 61 )` , `B(7, 51 )` , `C(text(-)3, 91 )` en `D(text(-)33, 101 )` . Punt `S` is het snijpunt van de diagonalen van `ABCD` .

a

Bepaal de componenten van de vectoren `vec(AB)` en `vec(DC)` . Toon met behulp van deze twee vectoren aan dat vierhoek `ABCD` een parallellogram is.

b

Bereken in graden nauwkeurig de hoek tussen vectoren `vec(SA)` en `vec(SB)` .

verder | terug