Plaats en beweging > Hoeken en inproduct
123456Hoeken en inproduct

Voorbeeld 3

Twee punten `P` en `Q` bewegen in een cartesisch `Oxy` -assenstelsel. Beide banen zijn rechte lijnen. Op `t = 0` zit `P` in `(0, 1)` en `Q` in `(text(-)2, 6)` . Op `t = 6` zit `P` in `(6, 3)` en `Q` in `(4, 0)` . Beide banen snijden elkaar in punt `S` .
Bereken de hoek die beide lijnen met elkaar maken.

> antwoord

Je kunt van beide banen een vectorvoorstelling opstellen:

  • Punt `P(x, y)` ligt op lijn `l` met:
    `((x),(y)) = ((0),(1)) + t*((1),(1/3))` .

  • Punt `Q(x, y)` ligt op lijn `m` met:
    `((x),(y)) = ((text(-)2),(6)) + t*((1),(text(-)1))` .

Met behulp van het inproduct van beide richtingsvectoren kun je de hoek tussen beide banen berekenen:

`((1),(1/3))*((1),(text(-)1)) = 1*1 + 1/3 * text(-)1 = sqrt(1^2 + (1/3)^2) * sqrt(1^2 + (text(-)1)^2) * cos(varphi)`

geeft

`2/3 = sqrt(2 2/9)*cos(varphi)` en dus `varphi ~~ 63,4^@` .

Opgave 10

In Voorbeeld 1 zie je hoe je vectoren kunt optellen en aftrekken en vermenigvuldigen met een getal. Daarin zijn gegeven de vectoren `vec (a)=((1),(2))` en `vec (b)=((3),(text(-)1))` .

a

Teken de vector `2 vec(a)` en bepaal de kentallen ervan.

b

Teken de vector `2 vec(a)+1,5vec(b)` en bepaal de kentallen ervan.

c

Teken de vector `text(-)2 vec(b)` en bepaal de kentallen ervan.

d

Teken de verschilvector van `text(-)vec(a)` en `vec(b)` en bepaal de kentallen ervan.

Opgave 11

Gegeven zijn in een cartesisch assenstelsel de punten `A(3, 4)` en `B(5, 2)` en de vectoren `vec(a) = vec(OA)` en `vec(b) = vec(OB)` .

a

Laat zien dat `vec(AB) = vec(b) - vec(a)` .

Gegeven zijn in een cartesisch assenstelsel de punten `A(a_x, a_y)` en `B(b_x, b_y)` en de vectoren `vec(a) = vec(OA)` en `vec(b) = vec(OB)` .

b

Laat zien dat `vec(AB) = vec(b) - vec(a)` .

verder | terug