Plaats en beweging > Bijzondere lijnen
123456Bijzondere lijnen

Voorbeeld 1

Bereken de afstand van punt `A(4, 2)` tot de lijn `l: 4x+3y=12` .

> antwoord

Teken eventueel de situatie en ga na, dat `((3),(text(-)4))` een richtingsvector van `l` is.

Bij deze richtingsvector van `l` hoort een normaalvector als `((4),(3))` .

Nu kun je een vectorvoorstelling of een vergelijking van de loodlijn `m` door `A` en loodrecht op `l` opstellen.

Dan bereken je het snijpunt `S` van de lijnen `l` en `m` .

De gevraagde afstand is de lengte van `AS` . Ga na dat deze afstand precies `2` is.

Opgave 4

Bekijk Voorbeeld 1.

a

Stel een vectorvoorstelling en een vergelijking op van de loodlijn `m` van `AB` .

b

Bereken de afstand van punt `A` tot lijn `l` .

Opgave 5

Twee evenwijdige lijnen hebben overal dezelfde afstand tot elkaar.

a

Wat versta je onder de afstand tussen twee evenwijdige lijnen?

b

Hoe bereken je de afstand tussen twee evenwijdige lijnen `k` en `l` ?

verder | terug