Plaats en beweging > Bijzondere lijnen
123456Bijzondere lijnen

Verkennen

Opgave V1

Gegeven zijn de lijn `l: 2x+3y=6` en punt `A(3, 4)` .
De (kortste) afstand van punt `A` tot lijn `l` is de lengte van een lijnstuk `AS` , waarbij `S` het snijpunt is van een loodlijn door `A` en loodrecht op `l` . (Ga dit na met de applet.) Om die afstand `AS` te berekenen moet je daarom eerst een lijn loodrecht op `l` en door punt `A` beschrijven.

a

Laat zien, dat `((3),(text(-)2))` een mogelijke richtingsvector van `l` is.

b

Laat met behulp van het inproduct zien, dat de vector `((2),(3))` loodrecht op die richtingsvector staat.

c

Stel een vectorvoorstelling op van de lijn door `A` en loodrecht `l` en bereken daarmee punt `S` en de afstand van `A` tot lijn `l` .

verder | terug