Algebra > Machten
1234567Machten

Oefenen

Opgave 9

Bereken 8 60 2 200 4 192 door met machten van 2 te rekenen.

Opgave 10

Werk eventuele haakjes uit en herleid zover mogelijk.

a

3 p 2 q 3 - 2 p q 2

b

3 p 2 q 3 - 2 p q 2

c

( 3 k 2 ) 3 + 2 k 2 k 3 - 2 k 2 5 k 4

d

3 a 2 ( a b 2 - 2 b ) - 2 a b ( a 2 b - a )

e

( x 3 + 5 ) 2 - x 2 x 4

f

2 a 2 b + 3 a b 2 2 a b

g

p 5 ( p 2 - 4 ) ( p 2 + 1 )

h

2 x ( 3 y 2 ) 3 - 2 x y y 5

Opgave 11

Ontbind in factoren.

a

12 k 6 - 18 k 3

b

4 a b 3 + 12 a 2 b - 4 a b

c

x 5 - x 4 - 2 x 3

d

4 x - 8 x 2 + 4 x 3

Opgave 12

Alle stoffen bestaan uit atomen. Die atomen hebben een zekere massa, de atoommassa. Die atoommassa wordt uitgedrukt in een eenheid u die gelijk is aan ééntwaalfde deel van een koolstof-12 atoom, namelijk 1,66 10 - 24 gram.

a

Het koolstof-12 atoom heeft dus een massa van 12 u. Hoeveel gram is dat?
Geef je eindantwoord in de technische notatie.

b

Uit hoeveel atomen bestaat 12 gram koolstof-12?

Waterstof heeft een atoommassa van ongeveer 1 u en zuurstof van ongeveer 16 u.

c

Laat zien dat 1 gram waterstof en 16 gram zuurstof evenveel atomen bevatten.

Water heeft moleculen die bestaan uit 1 atoom zuurstof en 2 atomen waterstof. De molecuulmassa is daarom 18 u.

d

Hoeveel moleculen zitten er in 1 kg (dat is 1 liter) water?

Opgave 13

Oefen nu het werken met machten van variabelen via het practicum .

Blijf oefenen tot je vrijwel geen fouten meer maakt.

verder | terug