Iemand wil een rechthoekig grasveld aanleggen van `400` m2. Voor de lengte en de breedte zijn er nogal wat mogelijkheden. De figuur toont het verband tussen de lengte `x` en de bijbehorende breedte `y` (of andersom).
Wat is de betekenis van de isolijn `400` ?
Welk verband bestaat er tussen `x` en `y` ? (Naam en formule).
Punt `D(30, 35)` ligt ook op een isolijn. Welke? Teken die isolijn.
Geef voorbeelden uit de praktijk van isolijnen.
Het aantal leerlingen
`N`
op een school dat tijdens een griepepidemie ziek is geweest wordt gegeven door
`N(t)=(300t)/(2t+1)`
met
`t`
in dagen.
Kunnen er bij deze epidemie `200` leerlingen ziek zijn geweest? Motiveer duidelijk.
Los
`t`
op uit:
`(300t)/(2t+1) gt 125`
Wat is de betekenis daarvan in grieptaal?