en dat wordt .
en dat wordt .
en dat wordt .
geeft en dus zodat .
m.
m.
Ongeveer µm en dat is nm. Ongeveer nanobuizen vormen samen één haar.
`4sqrt(2p) + sqrt(2)*sqrt(p) = 4 sqrt(2p) + sqrt(2p) = 5 sqrt(2p)`
`(18 sqrt(5p))/(3 sqrt(p)) = 6 sqrt(5)`
`sqrt(32p^2) - sqrt(8p)*sqrt(p) = sqrt(32p^2) - sqrt(8p^2) = sqrt(16p^2 * 2) - sqrt(4p^2 * 2) = 4psqrt(2) - 2psqrt(2) = 2psqrt(2)`
`(2p)/(sqrt(p)) = (2p)/(sqrt(p)) * (sqrt(p))/(sqrt(p)) = (2p sqrt(p))/(p) = 2 sqrt(p)`
`V(r) = 2 π r^3`
`V(5) = 2pi * 5^3 ~~ 785` inhoudseenheden.
Gebruik GeoGebra of maak eerst een tabel.
`r ≈ 5,4` , dus hoogte en diameter van de cilinder zijn ongeveer `10,8` cm.
In 2010 is het verschil tussen het aantal mannen en vrouwen
`14`
.
Dat verschil wordt daarna elk jaar
`2`
kleiner. Na
`7`
jaar is het verschil weggewerkt.
Dan zijn er
`42 + 28 + 7 xx 18 = 196`
productiemedewerkers.
Of:
Op 1 januari 2010 zijn er
`42 + 28 = 70`
productiemedewerkers in dienst. Er zijn
`12`
vrouwen minder dan mannen. Elke volgend jaar wordt het verschil
`2`
kleiner. Na
`7`
maanden zijn er evenveel mannen als vrouwen.
In
`7`
maanden zijn er
`7 xx 18 = 126`
nieuwe productiemedewerkers bij gekomen.
Dan zijn er totaal
`70 + 126 = 196`
productiemedewerkers.
`V = 13/12 pi * 4^2 * 13,5 ~~ 735` cm3.
`V = 13/12 pi * d^2 * 3,25d ~~ 11,06 d^3`
`V(5) ~~ 11,06 * 5^3 ~~ 1382,5` cm3.
Gebruik GeoGebra of maak eerst een tabel.
`d ≈ 4,5` en dus `h ~~ 14,6` cm.
`V = 1000 * 1/6 * pi * d^3 = 1000 * 1/6 * pi * 12^3 = 904778,7` cm3 `~~ 0,905` m3.
`rho = m / V`
geeft
`m = ρ * V = 7800`
kg/m3 en de totale massa aan kogels is
`~~ 7800 * 0,905 = 7059`
kg.
`rho_(text(stort)) = m/(V_(text(stort))) ~~ 7059 /(1,6) ~~ 4411`
kg/m3.
De massa aan metalen kogels is
`m = rho_(text(stort)) * V_(text(stort)) = 4000 * 1,6 = 6400`
kg.
Dus
`rho = m / V = 6400 /(0,905) = 7072`
kg/m3.
Als groter wordt, dan wordt kleiner, dus moet er een groter getal van worden afgetrokken, dus moet groter worden en juist kleiner.
dagen, dus en dagen.
en dagen.
en dagen.
En daaruit volgt en dus dagen.