Op de Afsluitdijk ligt een snelweg van km lengte. Hoe sneller je rijdt, hoe korter je over die km doet. Je gebruikt onderweg minuten voor het tanken van brandstof.
Je kunt de reistijd in minuten berekenen door de afstand van km te delen door de snelheid (in km/h), met te vermenigvuldigen en tenslotte nog bij de uitkomst op te tellen:
.
Wil je de snelheid uitrekenen bij een reistijd van minuten, dan moet je de gebroken vergelijking:
oplossen. Dat kan in dit geval door eerst aan beide zijden af te trekken en vervolgens de vergelijking die je over houdt te vergelijken met
bijvoorbeeld
.
Dit noem je wel analogierekenen.
Deze manier van rekenen kun je echter niet altijd toepassen. Dan val je terug op de balansmethode. En dan moet je er rekening mee houden dat je niet door kunt delen!
Je rijdt km met een constante snelheid over de snelweg en je stopt onderweg minuten om te tanken. Je totale reistijd is minuten. Hoeveel bedraagt je snelheid?
Welke vergelijking kun je hierbij opstellen?
Los deze vergelijking algebraïsch op.
Voor het laten drukken van folders betaal je een vast bedrag van € 10,00 en daar bovenop € 0,04 per folder. De kosten per folder zijn daarom hoog als je maar weinig laat drukken.
Noem het aantal folders dat je wilt laten drukken en de kosten per folder . Je wilt weten voor welke waarde van de kosten per folder cent bedragen.
Welke vergelijking kun je hierbij opstellen?
Los deze vergelijking algebraïsch op.