Dit wordt de asc-variant.
Dit wordt de asc-variant.
Vraag 1.
Vraag 2.
Een automobilist vult zijn benzinetank met Euro95-benzine.
Deze benzine kost op dat moment
€
1,65 per liter.
Waarom zijn de kosten recht evenredig met de getankte hoeveelheid benzine?
Waarom zijn de kosten niet recht evenredig met de hoeveelheid benzine in de tank?
Zijn de kosten recht evenredig met de tijd die je nodig hebt om te tanken? Leg uit waarom wel/niet.
Je moet € 35,20 betalen. Hoeveel liter heeft deze automobilist getankt?
Geef een bijpassende formule en grafiek.
Beschrijf de variabelen en eenheden die je kiest.