De lijn dient ertoe over te brengen op de -as, waarna gevonden wordt door toe te passen.
Het is de - of -coördinaat van het snijpunt van de twee lijnen:
Zie volgend onderdeel.
De lijnen en snijden elkaar in de oorsprong.
Noem die hoeveelheid , dan heeft de vergelijking als oplossing , dus .
Noem die hoeveelheid , dan heeft de vergelijking als oplossing , dus .
-
geen limiet
opgave 75a:
, klopt.
opgave 75c:
, klopt!
of . Alleen voldoet.
De rij in onderdeel b had geen limiet.
geen limiet
A: convergente trap
B: convergente spiraal
C: divergente trap
D: divergente spiraal
Het hangt af van de richtingscoëfficiënt . Er geldt in de vier gevallen achtereenvolgens:
,
,
,
.
Als en
,
dan is de rij constant bij elke beginwaarde.
Als en
,
dan is de rij rekenkundig en divergent.
Als ,
dan is de rij periodiek met periode ,
behalve bij beginwaarde (dan is de rij constant).
De richtingscoëfficiënt de lijn is .
, dus voor geldt: , dus .
, dus volgens Stelling 2 is en .
Zo doorgaan als in het vorige onderdeel geeft: .
Als , dus als , dus vanaf .
, dus voor geldt: , dus .
, dus volgens Stelling 2 is en .
Zo doorgaan als in het vorige onderdeel geeft: .
Als , dus als , dus vanaf .
, dus voor geldt: , dus .
, ,
De rij is constant.
en
Dan is de limiet .
Dan bestaat de limiet niet: .