Figuren > Lijn, lijnstuk, punt
12345678Lijn, lijnstuk, punt

Uitleg

lijn `l` en punt `A`

lijnstuk `AB`

Bij wiskunde maak je afspraken over lijnen, punten en lijnstukken.

Afspraak 1: Een lijn is recht en erg lang. Een lijn heeft geen begin en geen eind. Je tekent een deel van de lijn met een liniaal of een geodriehoek. Bij de lijn staat een kleine letter `l` . `l`  is de naam van de lijn.

Afspraak 2: Een punt is heel erg klein. Je tekent een stip. Bij de stip staat een hoofdletter `A` . `A`  is de naam van het punt.

Afspraak 3: Een lijnstuk is recht. Je tekent een lijnstuk met een liniaal of een geodriehoek. Een lijnstuk begint in een punt en eindigt in een ander punt. Bij een lijnstuk staan twee hoofdletters. De eerste letter `A`  is het beginpunt, de tweede letter `B`  is het eindpunt. `AB`  is de naam van het lijnstuk.

Opgave 1

Teken een lijn en zet er de kleine letter `m` bij.

Opgave 2

Welke beweringen zijn waar?

Een lijn heeft altijd een beginpunt en een eindpunt.

Een lijnstuk is altijd recht.

Bij een punt kun je de hoofdletter  `P` zetten.

Een lijnstuk is langer dan een lijn.

Opgave 3

Pak je potlood en een liniaal of geodriehoek.

a

Teken een punt en zet onder het punt de hoofdletter `D` .

b

Teken vanuit het punt `D` een lijn van 5 cm.

c

Teken aan het eind van de lijn een punt. Zet onder dat punt de hoofdletter `E` . Je hebt nu lijnstuk `DE` getekend.

verder | terug