Figuren > Afstanden
12345678Afstanden

Uitleg

Een afstand meet je met je liniaal of geodriehoek. 
In de wiskunde versta je onder afstand altijd de kortste afstand.

Er zijn nog twee afspraken:
Afspraak 4: De lengte van lijnstuk `AB`  is de afstand van punt `A` tot punt `B` . Elke andere kromme lijn van `A` naar `B`  is langer.

Afspraak 5: De lengte van punt  `C`  tot lijn `l` is de lengte van lijnstuk `CS` . Lijnstuk `CS`  staat loodrecht op lijn `l` .

De lengte van lijnstuk `CS` is het kortst als `CS` loodrecht op lijn `l` staat. Lijnstuk `CS` is dan de loodlijn door punt `C` op lijn `l` .
Ligt punt `S` ergens anders op lijn `l` , dan is de lengte van lijnstuk `CS` groter.

Opgave 1

Waarom is de wiskundige afstand van je huis tot school altijd kleiner dan de afstand die je zelf aflegt?

Opgave 2

In de figuur zijn vier lijnstukken getekend. Teken de lijnstukken na op een rooster van `1` cm bij `1` cm. Meet zo nauwkeurig mogelijk en schrijf van elk lijnstuk de afstand op van beginpunt tot eindpunt.

Opgave 3

Hoe groot is de afstand van `P` tot `l` ? Gebruik het werkblad.

Opgave 4

Bekijk de figuren in de uitleg.

Teken zelf op een blanco blad een lijn `l` en een punt `P` dat precies `3` cm van die lijn af ligt.

verder | terug