Figuren > Passer en cirkel
12345678Passer en cirkel

Uitleg

Bekijk de cirkel met middelpunt `M` . De afstand tussen het middelpunt `M` en een punt op de cirkel is de straal. Het punt `A` ligt op de cirkel. De lengte van `AM` is dus gelijk aan de straal. Dit kun je ook zeggen over de lengte `BM` . Als je zelf een cirkel tekent, is de straal de afstand tussen de twee passerpunten.

Lijnstuk `AB` gaat door de cirkel en door middelpunt `M` . Dit is een middellijn van de cirkel. De lengte van `AB` is de diameter. De diameter is twee keer de straal van de cirkel.

Opgave 1
a

Een ander woord voor middellijn is ...

diameter

straal

b

De afstand tussen de scherpe passerpunt en de potloodpunt is de ...

diameter

straal

Opgave 2

Bekijk de cirkel in de uitleg. Die cirkel heeft middelpunt `M` . De straal van de cirkel is de lengte van `MB` . Deze lengte is 2 cm.

a

Hoe lang is `MA` ?

b

Hoe lang is `AB` ?

c

Zijn `A` en `B` punten van de cirkel?

ja

nee

d

Is `M` een punt van de cirkel?

ja

nee

Opgave 3

Bekijk de drie cirkels op roosterpapier. Geef voor elke cirkel de straal en de diameter in aantal hokjes.

Opgave 4
a

Teken een cirkel met middelpunt `M` en straal 3 cm.

b

Teken een middellijn door `M` en zet bij de snijpunten met de cirkel de letters `A` en `B` .

c

Hoe lang is `MA` ?

d

Hoe lang is `AB` ?

verder | terug