Figuren > Vierkant, ruit en rechthoek
12345678Vierkant, ruit en rechthoek

Verwerken

Opgave 13

Welke beweringen zijn waar?

a

Een vierkant is ook een vierhoek.

waar

niet waar

b

Een ruit heeft vier diagonalen.

waar

niet waar

c

Alle zijden van een ruit zijn even lang.

waar

niet waar

Opgave 14

Bekijk de afbeelding. Het is een stukje van een patroon dat oneindig ver naar alle kanten kan worden voortgezet. Dit patroon bestaat uit ruiten en vierkanten.

Welke kleur hebben de ruiten?

Opgave 15

Dit zijn vier vlakke figuren.

a

Geef van de figuren II en IV de juiste naam.

b

Teken alle diagonalen van de figuren op het werkblad.

Opgave 16
a

Een pijltje op twee zijden van een figuur betekent dat deze twee zijden ...

even lang zijn.

evenwijdig zijn.

loodrecht op elkaar staan.

b

Een streepje op twee zijden van een figuur betekent dat deze twee zijden ...

even lang zijn.

evenwijdig zijn.

loodrecht op elkaar staan.

Opgave 17

Femke heeft `38` lucifers. Met al deze lucifers maakt ze een driehoek en een vierkant.
Elke zijde van de driehoek bestaat uit 6 lucifers.

Uit hoeveel lucifers bestaat elke zijde van het vierkant?

`4`

`5`

`6`

`7`

`8`

Opgave 18

Je kunt van de ene vlakke figuur vaak een andere vlakke figuur maken. In de figuur is een zeshoek getekend. Welke vlakke figuur krijg je als je de hoekpunten `A` , `B` en `C` naar de stip in het midden vouwt?

driehoek

rechthoek

ruit

vierkant

Opgave 19
a

Teken op het werkblad in de figuren alle diagonalen.

b

Tel in elke figuur het aantal diagonalen. Bereken het aantal diagonalen van een twaalfhoek. Schrijf dit aantal op.

verder | terug