Figuren > Vlieger en parallellogram
12345678Vlieger en parallellogram

Verwerken

Opgave 14

Welke beweringen zijn waar?

a

Een vlieger is ook een vierhoek.

waar

niet waar

b

In een parallellogram lopen alle zijden evenwijdig.

waar

niet waar

Opgave 15

Bekijk de vier vlakke figuren.

a

Geef van elke figuur de naam.

b

Teken alle diagonalen van de figuren op het werkblad.

Opgave 16

Het vierkant staat ook op het werkblad.

a

Teken lijnstuk `BP` .

b

Teken lijnstuk `BQ`

c

Wat voor soort figuur is vierhoek `BPDQ` ?

Opgave 17

Gegeven zijn een aantal eigenschappen van vlakke vierhoeken.
Geef aan bij welke figuur of figuren deze eigenschap hoort.

a

De zijden in alle hoeken staan loodrecht op elkaar.

ruit

rechthoek

vierkant

vlieger

parallellogram

b

Alle zijden zijn even lang.

ruit

rechthoek

vierkant

vlieger

parallellogram

c

Alle overstaande zijden zijn even lang.

ruit

rechthoek

vierkant

vlieger

parallellogram

Opgave 18

Merel legt met twee even grote vierkanten allerlei figuren.

De vierkanten mogen voor een deel over elkaar liggen.
Welke figuur kan Merel niet maken?

Opgave 19

Er zijn ook vlakke figuren waar geen naam voor is, maar die je kunt opsplitsen in zo min mogelijk vierkanten, rechthoeken, ruiten, vliegers, of perallellogrammen. Bekijk deze vlakke figuur. Hoe kun je hem opsplitsen in vierkanten, rechthoeken, vliegers, ruiten, of parallellogrammen als dat er zo min mogelijk mogen zijn?
Teken je verdeling op het werkblad.

verder | terug