Figuren

Opgave 6

Bekijk het schilderij "Ruiter te paard" van Bart van der Leck.

a

Zie je andere figuren dan vierhoeken? Zo ja, welke?

b

Welke bijzondere vierhoeken zie je?

Opgave 7

Geef aan of de volgende beweringen waar zijn.

a

Een lijn heeft een beginpunt.

waar

niet waar

b

Bij een punt zet je altijd een hoofdletter.

waar

niet waar

c

Een vierkant heeft rechte hoeken.

waar

niet waar

d

Een lijnstuk heeft een beginpunt, maar geen eindpunt.

waar

niet waar

Opgave 8

Er zijn twee punten, `A` en `P` , en twee lijnen, `l` en `m` , getekend. De figuur staat ook op het werkblad.

a

Hoe groot is de afstand van `A` naar `P` ?

b

Hoe groot is de afstand van `P` naar `l` ?

c

Hoe groot is de afstand van `l` naar `m` ?

Opgave 9

Geef van elke figuur de juiste wiskundige naam.

Opgave 10

Bekijk parallellogram `ABCD` .

Welke beweringen zijn waar?

a

De zijden `AD` en `BC` zijn even lang.

waar

niet waar

b

Zijde `BC` staat loodrecht op zijde `AB` .

waar

niet waar

c

De diagonaal `AC` is de kortste afstand tussen `A` en `C` .

waar

niet waar

Opgave 11

a

Teken een cirkel met middelpunt `M` en een diameter van `6` cm. Teken ook een middellijn in de cirkel.

b

Hoe groot is de straal van de cirkel?

c

Teken lijn `p` die evenwijdig loopt met de middellijn en die op een afstand van `2` cm van de middellijn ligt.

d

Noem de snijpunten van lijn `p` met de cirkel `A` en `B` .

e

Hoe groot is de lengte van lijnstuk `AM` ?

Opgave 12

Rechthoek `EFGH` staat ook op het werkblad. Punt `Q` ligt op het midden van zijde `FG` en punt `S` ligt op het midden van zijde `EH` .

a

Teken punt `P` op zijde `EF` met een afstand van `2` cm tot hoekpunt `E` .

b

Teken lijn `m` door punt `P` loodrecht op zijde `GH` . Zet bij het snijpunt van `m` met zijde `GH` de letter `R` .

c

Teken vierhoek `PQRS` .

d

Wat voor soort figuur is vierhoek `PQRS` ?

e

Zijn de diagonalen van vierhoek `PQRS` ook de diagonalen van rechthoek `EFGH` ?

ja

nee

Testen