Rekenen > Decimale getallen
123456789Decimale getallen

Antwoorden van de opgaven

Opgave V1
a

`5000` .

b

`6` honderdsten.

c

`2` .

Opgave 1
a

6.95

b

twee

Opgave 2

Welke getallen zijn gehele getallen?

1,4

4

258

3,25

Opgave 4
a

13,765

b

decimaal

c

drie

Opgave 5
a

twee decimalen

b

het getal 3,5

Opgave 6
a

Is 3,8 een geheel of een decimaal getal?

geheel getal

decimaal getal

b

tussen 3 en 4

c

`3 < 3,8 < 4`

Opgave 7
a

tussen 34 en 35

b

`34 < 34,75 < 35`

Opgave 8
a

kleiner

b

Welk teken moet je dus gebruiken `12 gt 17` of `12 lt 17` ?

`gt`

`lt`

Opgave 9
a

`125` ..... `234`

`lt`

`gt`

b

`14,9` ..... `14`

`lt`

`gt`

c

`6,4` ..... `5`

`lt`

`gt`

d

`7,2` ..... `7,5`

`lt`

`gt`

Opgave 10
a

Welk getal is groter: 51,7 of 15,7?

51,7

15,7

b

Welk getal is groter: 4,65 of 4,56?

4,65

4,56

c

5,07 ligt tussen de gehele getallen 5 en 6.

Opgave 11
a

9,8

b

5,2

Opgave 12
a

35,41

b

2,76

c

12

d

22,46

Opgave 14
a

57,56

b

20,82

c

3,37

d

82,27

Opgave 15

Verboden voor voertuigen hoger dan 3,1 m.

De afstand tot aan het begin van de snelweg is 68,0 km.

De afstand tot bijvoorbeeld de Bloemenmarkt is 0,3 km.

De prijs van het overhemd is € 34,95.

Verboden voor voertuigen zwaarder dan 5,4 ton.

Maximale doorrijhoogte is 4,2 m.

Opgave 16

twee

Opgave 17

90 minuten

Opgave 18

1,5 uur

Opgave 19
a

drie

b

175 gram

Opgave 20

Het getal bij pijl a is 5,8.
Het getal bij pijl b is 6,5.

Opgave 21

Het getal 2,3 ligt tussen 2 en 3 in. Je schrijft dat in wiskundige notatie als:

`2 gt 2,3 gt 3`

`2 lt 2,3 lt 3`

`3 lt 2,3 lt 2`

Opgave 22
a

`6,5` ..... `6,2`

`lt`

`gt`

b

`14,9` ..... `16,8`

`lt`

`gt`

c

`2+7` ..... `9,6`

`lt`

`gt`

d

`5,3` ..... `4,8`

`lt`

`gt`

Opgave 23
a

`5,6` ... `5,12`

`5,6` is groter dan `5,12` .

`5,6` is kleiner dan `5,12` .

b

`8,2` ... `9,02`

`8,2` is groter dan `9,02` .

`8,2` is kleiner dan `9,02` .

c

`0,5` ... `0,501`

`0,5` is groter dan `0,501` .

`0,5` is kleiner dan `0,501` .

d

`1,34` ... `1,40`

`1,34` is groter dan `1,40` .

`1,34` is kleiner dan `1,40` .

Opgave 24
a

`345,6` > `345,06`

waar

niet waar

b

`0,08` > `0,2`

waar

niet waar

c

`3,125` < `3,12`

waar

niet waar

d

`7,31` < `7,33`

waar

niet waar

Opgave 25
a

€ 2,70

b

€ 2,30

Opgave 26
a

7,89

b

13,64

c

3,81

d

12,8

Opgave 27
a

28,75

b

10

c

3,56

d

1,84

Opgave 28
a

432,9

b

990,71

Opgave 29
a

Is dit een geheel of een decimaal getal?

geheel

decimaal

b

Is dit getal groter of kleiner dan het getal 5078?

groter

kleiner

Opgave 30

Welke pijlen geven een geheel getal aan?

pijl a

pijl b

pijl c

Opgave 31
a

`3,4 lt 4`

b

`8,2 lt 9`

c

`0,23 lt 0,29`

d

`2,01 gt 1,99`

Opgave 32
a

`5,6` ... `5,5`

`5,6` < `5,5`

`5,6` > `5,5`

b

`4,33` ... `4,335`

`4,33` < `4,335`

`4,33` > `4,335`

c

`88,77` ... `88,7`

`88,77` < `88,7`

`88,77` > `88,7`

d

`12,3` ... `1,23`

`12,3` < `1,23`

`12,3` > `1,23`

Opgave 33
a

2,4

b

2,55

c

tussen 2 en 3

d

kleiner

Opgave 34
a

436,85

b

22,22

c

110,73

d

0,012

Opgave 35
a

`3` - `3,108` - `3,19` - `3,4` - `3,51`

b

twee getallen

Opgave 36

18 gehele getallen

Opgave 37

9,999

Opgave 38
a

Het getal `6` .

b

Het getal `12` .

c

Het getal `11` .

d

Alle getallen zijn gehele getallen.

Opgave 39
a

`111111,111`

b

`3`

c

Tussen `111111` en `111112`

d

`111111 lt 111111,111 lt 111112`

Opgave 40

Honderdsten, tienden, eenheden, tientallen, honderdtallen, duizendtallen, tienduizendtallen, honderdduizendtallen, miljoenen.

verder | terug