Rekenen > Decimale getallen
123456789Decimale getallen

Verwerken

Opgave 29

Bekijk het getal 5078,423.

a

Is dit een geheel of een decimaal getal?

geheel

decimaal

b

Is dit getal groter of kleiner dan het getal 5078?

groter

kleiner

Opgave 30

Welke pijlen geven een geheel getal aan?

pijl a

pijl b

pijl c

Opgave 31

Vul het juiste teken in: `lt` of `gt`

a

`3,4 ... 4`

b

`8,2 ... 9`

c

`0,23 ... 0,29`

d

`2,01 ... 1,99`

Opgave 32

Vul het juiste teken in: `lt` of `gt`

a

`5,6` ... `5,5`

`5,6` < `5,5`

`5,6` > `5,5`

b

`4,33` ... `4,335`

`4,33` < `4,335`

`4,33` > `4,335`

c

`88,77` ... `88,7`

`88,77` < `88,7`

`88,77` > `88,7`

d

`12,3` ... `1,23`

`12,3` < `1,23`

`12,3` > `1,23`

Opgave 33

Bekijk de getallenlijn.

a

Welk getal hoort bij pijl a?

b

Welk getal hoort bij pijl b?

c

Tussen welke twee gehele getallen ligt het getal dat bij pijl c hoort?

d

Is het getal dat bij pijl c hoort, kleiner of groter dan het getal bij pijl a?

Opgave 34

Bereken.

a

`364,25+72,6`

b

`86,32-64,1`

c

`24,35 + 69,1 + 17,28`

d

`0,61 - 0,598`

Opgave 35

Bekijk de getallen: `3,4` - `3` - `3,51` - `3,19` - `3,108`

a

Schrijf de getallen op van klein naar groot.

b

Hoeveel van deze getallen hebben twee decimalen?

Opgave 36

Hoeveel gehele getallen liggen er tussen `13,5` en `31,5` ?

Opgave 37

Hoeveel is `11,11-1,111` ?

verder | terug