Een schrift kost € 1,25. Hoeveel schriften kun je kopen met € 15,00?
Deel `15` door `1,25` . Dus bereken `15 : 1,25` .
Als je `15 : 1,25` met de hand berekent, maak je daarvan: `(15 xx 100) : (1,25 xx 100)= 1500 : 125`
Beide getallen reken je om naar centen, dus `xx 100` .
Een pen kost € 1,15. Hoeveel pennen kun je kopen voor € 6,90?
Je hebt € 7,80 bij je. Je wilt samen met drie vrienden een patatje gaan
eten.
Eén patatje kost € 1,95. Kun je vier patatjes kopen?
ja
nee
Bereken met je rekenmachine.
`100 : 2,5`
`2256 : 1000`
`85,26:3`
`4647,01 : 50,5`
Bereken zonder rekenmachine.
`7:1,75`
`18 : 1,20`
`10,5 : 1,5`
`15,95 : 1,45`
Bereken zonder rekenmachine.
`12:1,5`
`28 : 1,40`
`8 : 0,4`
`26: 0,52`