Je kunt gehele getallen en breuken optellen:
`2+1/7=14/7+1/7=15/7 = 2 1/7 `
`5+3/4=20/4 + 3/4 = 23/4 = 5 3/4`
Het mag ook zo:
`2+1/7= 2 1/7 `
`5+3/4= 5 3/4`
Je kunt ook breuken van gehele getallen aftrekken:
`2 - 1/7 = 14/7 - 1/7= 13/7 = 1 6/7`
`5- 3/4 = 20/4 - 3/4 = 17/4 = 4 1/4`
Je kunt van een geheel getal een breuk maken. Je kijkt dan naar de noemer die je wilt hebben. Om 2 als `(...)/7` te kunnen schrijven, vermenigvuldig je 2 met 7. Dat wordt dan de teller 14. Daarom is 2 dus `14/7` .
Schrijf het getal 3 als `(...)/4` .
Schrijf het getal 5 als `(...)/6`
Schrijf `15/5` als geheel getal.
Schrijf `16/2` als geheel getal.
Bereken. Laat in je antwoord een breuk staan. Haal de helen uit de breuk.
`1 + 2/5`
`2 + 2/3`
`4 – 2/3`
`3 – 3/4`
Bereken. Laat in je antwoord een breuk staan. Haal de helen uit de breuk.
`8+2/7`
`14+5/9`
`10-1/3`
`12-3/4`
Bereken. Begin met gelijknamig maken van de breuken.
`3 1/2 + 1 1/4`
`2 3/4 - 1 2/5`
`1 1/4+2 1/3`
`5 1/2-2 5/6`