Rekenen > Totaalbeeld
123456789Totaalbeeld

Antwoorden van de opgaven

Opgave 1
a

`4`

b

`2`

c

`1`

d

`8`

Opgave 2

Optellen: zet de getallen onder elkaar en tel ze op. Begin achteraan, en let op de juiste positie van de cijfers.

4 5 7 5 , 2 2 5
3 4 5 , 3
4 9 2 0 , 5 2 5

Aftrekken: zet de getallen onder elkaar en trek ze van elkaar af. Begin achteraan en let ook hier weer op de juiste positie van de cijfers.

4 5 7 5 , 2 2 5
3 4 5 , 3
4 2 2 9 , 9 2 5
Opgave 3

Vermenigvuldigen: zet de getallen onder elkaar en vermenigvuldig de tientallen en eenheden met elkaar. Tel deze vervolgens op.

9 1
1 3
3
2 7 0
1 0
9 0 0
1 1 8 3

Delen: probeer een zo groot mogelijke "hap" te nemen uit het getal die je gaat delen. Haal dit vervolgens van het getal af. Kijk vervolgens welke hap je vervolgens kunt nemen. Probeer met eenvoudige getallen te werken.

`91/13`
`65` `5xx13`
`26`
`26` `2xx13`
`0`
Opgave 4
a

`28/32 = 7/8 = (7xx125)/(8xx125) = 875/1000=0,875`

b

`1 3/15 = 18/15 = (18xx20)/(15xx20) = 360/300 = 120/100 = 1,2`

Opgave 5
a

`28/35 + 30/35 = 58/35 = 1 23/35`

b

`11/8 - 4/5 = 55/40 - 32/40 = 23/40`

c

`3 7/15`

d

`13/6 : 2/6 = 13/2 = 6,5`

Opgave 6
a

`1272`

b

`1271,9`

c

`1271,95`

d

`1300`

Opgave 7
a

`5` pizza's

b

€ 45,00

Opgave 8
a

€  `26,72`

b

€  `5,79`

c

`4,6` meter

Opgave 9
a

`256`

b

`0,0256`

b

`9/64`

Opgave 10

Bereken met je rekenmachine `5,23xx6,77` .
Hoeveel decimalen heeft het antwoord?

`2`

`3`

`4`

`5`

`6`

Opgave 11

Bereken `1,5xx6` . Het antwoord is een ... getal.

geheel

decimaal

Opgave 12
a

tussen 15 en 16

b

`15 lt 15,68 lt 16`

Opgave 13
a

`6,8 ... 8`

`lt`

`gt`

b

`12 ... 11,24`

`lt`

`gt`

c

`748 ... 752`

`lt`

`gt`

d

`6,7...6,3`

`lt`

`gt`

Opgave 14
a

`109,47`

b

`83,97`

c

`105,28`

d

`11,28`

Opgave 15
a

`8/15`

b

`3/23`

c

`17/20`

d

`11/18`

Opgave 16
a

`14/40=7/20`

b

`10/14 = 5/7`

Opgave 17
a

`529`

b

`0,875`

c

`6,75`

d

`2,56`

Opgave 18
a

€ 20,15

b

€ 4,85

Opgave 19

1, 2, 5, 6, 15 en 30

Opgave 20
a

15

b

4 jongens dragen een bril.

Opgave 21

Mike snijdt een pizza in 4 even grote stukken. Daarna snijdt hij elk stuk weer in 3 even grote stukken. Het hoeveelste deel van de pizza is 1 stukje?

`1/3`

`1/4`

`1/7`

`1/12`

Opgave 22
a

Met welke berekening kan Frenz uitrekenen hoeveel hij in totaal moet betalen?

`(6,75+1,50)xx3`

`6,75+1,50xx3`

b

Hoeveel moet hij in totaal betalen?

€ 24,75

€ 11,25

Opgave 23Begroting
Begroting

Gebruik internet, bijvoorbeeld de site van een grote meubelwinkel. Maar je kunt ook op Marktplaats of Ebay zoeken.

Opgave 24Rekenen in de praktijk
Rekenen in de praktijk
a

`(128,52 - 21,42) / 3,15 ~~ 24,5` uur

b

`24`

verder | terug