Lineaire verbanden > Lineaire functies
12345Lineaire functies

Voorbeeld 2

Gegeven is de formule 3 x + 2 y = 12 . Laat zien dat y een lineaire functie van x is. Wat is de richtingscoëfficiënt van de bijbehorende rechte lijn?

> antwoord

Je herleidt de gegeven formule als volgt:

3 x + 2 y = 12
beide zijden - 3 x
2 y = - 3 x + 12
beide zijden / 2
y = - 1,5 x + 6

Nu staat hij in de vorm die hoort bij een lineaire functie van x.

De richtingscoëfficiënt van de bijbehorende rechte lijn is - 1,5.

Opgave 5

Schrijf de volgende formules zo, dat y een functie is van x. In welke gevallen is er sprake van een lineaire functie? Schrijf dan het hellingsgetal van de bijbehorende rechte lijn op.

a

x + y = 1

b

2 x - 3 y = -2

c

x y = 6

d

y / x = 1

Opgave 6

Laat zien, dat elke formule van de vorm p x + q y = r kan worden herleid tot een vorm waarin y een lineaire functie is van x. Bepaal de richtingscoëfficiënt van de bijbehorende rechte lijn.

Opgave 7

In de vorige opgave heb je de formule p x + q y = r herleid tot een lineaire functie van de vorm y = .... Dit lukt alleen als q 0 .

a

Waarom is dat zo?

b

Neem p = 1, q = 0 en r = 2. Welke formule krijg je? Welke punten in het assenstelsel voldoen aan deze formule?

c

Leg uit waarom bij een formule zoals x = 5,2 een verticale lijn hoort. En waarom is hier geen sprake van een lineaire functie?

d

Leg uit waarom bij een formule zoals y = 5,2 een horizontale lijn hoort. En waarom is hier wel sprake van een lineaire functie?

verder | terug