Er zijn formules waarbij je duidelijk verschil maakt tussen de variabele waarvoor je getallen invoert (meestal `x` ) en de variabele die aangeeft wat de bijbehorende uitkomst is (meestal `y` ). Als er dan niet meer dan één uitkomst is, spreek je van een functie.
Je leert in dit onderwerp:
wat een functie is en functies herkennen aan formules en grafieken;
de begrippen onafhankelijk variabele (of "origineel" ) en functiewaarde (of "uitkomst" );
grafieken tekenen bij functies.
Voorkennis:
werken met variabelen en verbanden tussen twee variabelen;
werken met formules en grafieken, zoals een grafiek tekenen bij een formule;
werken met lineaire, kwadratische en exponentiële functies.