Iedere Nederlander kent ze: de windmolens die elektrische energie opwekken. Het vermogen van zo’n windmolen hangt af van de grootte van zijn wieken, van de windkracht en van de bouw van de molen. Dat vermogen in kW (kiloWatt) per uur kan worden berekend met een formule zoals deze:
Hierin is de windsnelheid in m/s en de diameter van de cirkel die de ronddraaiende wieken maken in m.
Van een bepaald type windmolen is de lengte van de wieken bekend, en dan kun je voor
een waarde invullen. Bijvoorbeeld als de wieken m lang zijn, krijg je .
Je zegt wel dat een
"functie"
is van .
Je schrijft dan de formule vaak als functievoorschrift . De tussen haakjes geeft aan dat afhankelijk is van , een functie is van . Je zegt dat de onafhankelijk variabele is.
Met bedoel je dan de waarde van (het vermogen) bij . Hier geldt . Ga dat na. Je zegt dat de functiewaarde is bij het origineel .
heeft voor elke waarde van precies één uitkomst, nooit meer dan één. Bij een functie heeft elk origineel precies één functiewaarde.
Bekijk in de
Hoe groot is ? Wat betekent dit getal?
Waarom kun je in de uitdrukking hier niet gewoon de haakjes uitwerken en er van maken?
Schrijf de functiewaarde bij met haakjes op en bereken die waarde.
Teken de grafiek van waarbij je voor waarden neemt vanaf tot en met .
Hoe zie je aan de grafiek dat er bij elk origineel precies één functiewaarde hoort?
Gegeven is de formule .
Neem en bereken welke waarden van hierbij horen.
Bij deze formule is geen functie van , want bij de meeste waarden van horen twee -waarden.
Kun je de formule in de vorm schrijven?
Maak een grafiek bij deze formule.
Hoe kun je aan de grafiek zien dat het niet de grafiek van een functie is?