Iedere Nederlander kent ze: de windmolens die elektrische energie opwekken. Het vermogen van zo’n windmolen hangt af van de grootte van zijn wieken, van de windkracht en van de bouw van de molen. Dat vermogen in kW (kiloWatt) per uur kan worden berekend met een formule zoals deze:
Hierin is de windsnelheid in m/s en de diameter van de cirkel die de ronddraaiende wieken maken is m. Bij hoge windsnelheden slaan de turbines van deze windmolens af.
Welke waarden denk je dat kan aannemen?
Schat welke vermogens een windmolen zoals deze kan leveren.
Gegeven is de functie met .
Welke waarden denk je dat kan aannemen?
Maak een tabel en een grafiek bij deze functie.
Welke functiewaarden heeft deze functie?