Gegeven is de functie `text(f)` door `text(f)(x) = 0,5(x-3)^4 - 8` .
De grafiek van `text(f)` kan door transformatie ontstaan uit die van een standaardfunctie. Welke standaardfunctie is dat en welke transformaties moeten er worden toegepast?
Schrijf het bereik van deze functie op.
Bereken de nulpunten van `text(f)` .
Gegeven is de standaardfunctie van `y = 1/x` .
De grafiek van de functie `text(f)` ontstaat door de grafiek van deze standaardfunctie in de `x` -richting eerst `4` te verschuiven en dan met `text(-)2` te vermenigvuldigen en tenslotte in de `y` -richting nog `3` te verschuiven.
Schrijf het functievoorschrift van `text(f)` op.