Functies > Functies vergelijken
123456Functies vergelijken

Voorbeeld 2

Hiernaast kun je de grafiek van de functie f met f ( x ) = 0,5 ( x - 3 ) 4 + 1 zien ontstaan uit die van y = x 4 .

Los op: f ( x ) 5 .

> antwoord

Je lost eerst op: f ( x ) = 5 .

0,5 ( x - 3 ) 4 + 1 = 5 geeft ( x - 3 ) 4 = 8 en dus x = 3 ± 8 4 .

De oplossing van de ongelijkheid lees je uit de grafiek af. Je moet de x-waarden opschrijven waarbij de functiewaarde van f groter of gelijk aan 5 is. Ga dat dit zo is als: x 3 - 8 4 x 3 + 8 4 .

Opgave 7

Bekijk de functie in Voorbeeld 2.

a

Los zelf de vergelijking f ( x ) = 5 op.

b

Geef nu de oplossing van de ongelijkheid in twee decimalen nauwkeurig. (Let goed op de afrondingen!)

c

Los de ongelijkheid f ( x ) < 3 eerst exact op en daarna in twee decimalen nauwkeurig.

d

Hoeveel oplossingen heeft de ongelijkheid f ( x ) < 1 ?

e

Hoeveel oplossingen heeft de ongelijkheid f ( x ) 1 ?

f

Hoeveel oplossingen heeft de ongelijkheid f ( x ) 1 ?

Opgave 8

Bekijk de functie g met g ( x ) = 0,25 ( x - 2 ) 3 + 3 .

a

Hoe kan deze grafiek door transformatie uit de grafiek van y = x 3 ontstaan?

b

Los exact op: g ( x ) 5 .

Opgave 9

Gegeven zijn de functies f en g door f ( x ) = ( x + 1 ) 4 en g ( x ) = ( 2 - x ) 4 .

a

Maak een schets van beide grafieken in één figuur.

b

Los exact op: f ( x ) g ( x ) .

verder | terug