Bij elke waarde van hoort precies één waarde van .
en .
geeft en dus .
De wortel heeft alleen reële uitkomsten als , dus als .
Het domein van de functie is .
, dus het snijpunt met de -as is .
geeft en dus . Het snijpunt met de -as is .
Maak een tabel met voor de waarden , , , , .... (Je kunt in plaats daarvan ook werken met transformaties vanuit de standaard wortelfunctie.)
Je ziet dan dat het startpunt het hoogste punt van de grafiek is die verder langzaam daalt.
Het bereik is .
Door delen kan niet, dus heeft geen functiewaarde.
Het domein van de functie is .
, dus het snijpunt met de -as is .
geeft en dus zodat . Het snijpunt met de -as is .
Eerst verschuiven in de -richting.
Vervolgens vermenigvuldigen met in de -richting.
Tenslotte verschuiven in de -richting.
De horizontale asymptoot wordt en die functiewaarde wordt al enige nooit aangenomen.
Het bereik van de functie is .
Maak een grafiek bij deze tabel.
geeft en dus .
Uit de grafiek lees je nu de oplossing van de ongelijkheid af: .
Een kwadratische functie heeft een positief maximum als de grafiek een bergparabool is met twee snijpunten met de -as. Dus moet en .
betekent en dus . Omdat ook geldt `text(-)2 lt p lt 0` .
moet dan één oplossing hebben.
Dus moet voor gelden . Dat is het geval als .
euro.
Van tot en met minuten.
Doen. Het wordt een trapgrafiek.
Bij elke waarde van hoort precies één waarde van , maar het omgekeerde geldt niet.
Kwadraat afsplitsen: .
Hieruit vind je meteen de top .
Voor de nulpunten moet je oplossen en dit geeft .
De nulpunten zijn .
Teken beide grafieken, maak eerst een geschikte tabel.
en .
geeft en dus .
Uit de grafiek lees je de oplossing van de ongelijkheid af: `2 lt x lt 5` .
dus het snijpunt met de -as is .
geeft en dus .
De snijpunten met de -as zijn ongeveer .
Eerst vermenigvuldigen met in de -richting en dan verschuiven in de -richting.
geeft en dus .
Uit een schets van de grafiek lees je de oplossing van de ongelijkheid af: .
Door hem in de -richting te verschuiven.
Haakjes uitwerken geeft .
is een dalparabool en heeft een minimum voor van .
m, dus ongeveer km.
geeft m.
Die moet dan keer zo groot worden.
geeft .
Dus na ongeveer seconden.
De grafiek van is een bergparabool met top bij . Omdat komt de vuurpijl maximaal m hoog.
Het bereik van is .
geeft . Dit los je op met de abc-formule. Je vindt . De vuurpijl is daarom seconden zichtbaar.
geeft .
als .
moet één oplossing voor hebben.
Dus voor moet gelden . Dit geeft .
Hij heeft minuten per keer nodig.
Hij kan dus keer storten. Dat is in de praktijk dus keer.
Dan moet . Bij vind je (vergelijking oplossen) . Bij vind je (vergelijking oplossen) . Dus .
Als kan er keer per uur worden gelost. Dat is het maximum.
Omdat is het domein van deze functie en binnen dit domein heeft elke -waarde een functiewaarde. Een verticale asymptoot kan dus niet.
De -as is de horizontale asymptoot: voor hele grote waarden van nadert de grafiek deze as. En dat heeft ook betekenis: betekent bijvoorbeeld dat bij de bijbehorende afstand er in het schip één keer per uur graan kan worden gestort. Niet erg praktisch natuurlijk, maar niet onmogelijk.
Nu is en . Je vindt dan m.
Je moet nu oplossen .
Dat doe je door op herleiden en de abc-formule te gebruiken.
Je vindt km/uur.
Bij 1 mm regen en oude banden hoort en bij 2 mm regen hoort .
De remweg bij is m.
De remweg bij is m.
Dat is een toename van %.
Nu is .
Omdat de bijdrage van de reactietijd even groot is als de bijdrage van het remmen,
moet de
vergelijking worden opgelost. Dat geeft . Dus bij een snelheid van ongeveer km/uur.