Statistiek en kansrekening

Opgave 9

Je ziet hier een cijferslot dat kan worden geopend door drie goede cijfers te kiezen. De mogelijke cijfers zijn 0 t/m 9.

a

Laat met een wegendiagram zien hoeveel cijfercombinaties er in totaal mogelijk zijn. Hoeveel zijn het er?

Je kiest met de ogen dicht een cijfercombinatie.

b

Hoe groot is de kans dat deze cijfercombinatie allemaal verschillende cijfers heeft?

c

Hoe groot is de kans dat deze cijfercombinatie drie gelijke cijfers heeft?

Opgave 10

In de Eredivisie van de Nederlandse voetbalcompetitie spelen $18$ clubs een hele competitie.

a

Hoeveel wedstrijden moeten er worden gespeeld?

b

Hoeveel wedstrijden kunnen er per competitieronde maximaal worden gespeeld?

c

Hoe groot is de kans dat in de eerste competitieronde Ajax en Feijenoord tegen elkaar spelen?

Opgave 11

Iemand gaat naar een feestje en vraagt zich af wat hij aan zal trekken. Hij kan kiezen uit $3$ paar schoenen, $6$ paar sokken, $4$ broeken en $5$ T-shirts.

a

Laat met een wegendiagram zien hoeveel combinaties er mogelijk zijn.

b

Hoeveel kans heeft elke combinatie om gekozen te worden als dit volstrekt willekeurig gaat?

c

Maar één bepaald paar schoenen is geschikt voor de gelegenheid en er zijn ook maar $2$ broeken geschikt. Hoe groot is de kans dat hij die aanheeft als hij de kleren willekeurig pakt?

Opgave 12

Je gooit met vier geldstukken en let op het aantal keren kop en het aantal keren munt dat bovenkomt.

a

Laat met een boomdiagram alle mogelijke uitkomsten zien. Hoeveel zijn het er?

b

Hoe groot is de kans op drie keer munt?

c

Hoe groot is de kans op twee keer munt?

Opgave 13

Iemand pakt willekeurig twee kaarten uit een volledig kaartspel van `52` kaarten, `13` van elke soort (harten, schoppen, klaveren, ruiten).

a

Een boomdiagram dat alle mogelijke uitkomsten laat zien is niet goed te tekenen. Hoeveel uitkomsten zijn er mogelijk?

b

Hoe groot is de kans op twee schoppenkaarten?

c

Hoe groot is de kans op een schoppenkaart en een hartenkaart?

Verwerken