Statistiek en kansrekening > Wegen en bomen
12345Wegen en bomen

Voorbeeld 2

Je ziet hier foto's van drie bekende politici uit het eind van de vorige eeuw. Je hebt kaartjes met hun namen: Lubbers, Bolkestein en Kok. Stel je voor dat je geen idee hebt welke naam bij welke foto hoort, hoe groot is dan de kans dat je precies één kaartje bij de goede foto plaatst?

> antwoord

Noem de foto's van links naar rechts L, M, R. Nu helpt een boomdiagram om alle mogelijkheden in beeld te krijgen.

Stel dat Lubbers = L, Bolkestein = R en Kok = M. Je ziet dan in het boomdiagram dat er in totaal 6 mogelijkheden zijn waarbij er 3 zijn met precies één kaartje goed. De gevraagde kans is dus 3 6 = 0,5 .

Snap je waarom de kans op twee goede 0 is?

Opgave 6

Bekijk Voorbeeld 2.

a

Waarom is de kans op twee goede kaartjes 0?

b

Hoe groot is de kans dat je alle kaartjes fout hangt?

c

Hoe groot is de kans dat je alle kaartjes goed hangt?

d

Ga na, dat het geen verschil zou maken voor je kansen als je had gedacht dat Kok = L, Bolkestein = M en Lubbers = R.

Opgave 7

Op een toernooi spelen vijf ploegen A, B, C, D, E een hele competitie tegen elkaar.

a

Laat met een boomdiagram alle mogelijke wedstrijden zien. Hoeveel zijn het er?

b

Je gaat de competitie indelen door willekeurig uit deze mogelijke wedstrijden te kiezen. Hoe groot is de kans dat de eerste wedstrijd A tegen C is, waarbij A "thuis" speelt?

c

Hoe groot is de kans dat de eerste wedstrijd tussen de ploegen A en C is?

Opgave 8

Op een toernooi spelen vijf ploegen A, B, C, D, E een halve competitie tegen elkaar.

a

Laat met een boomdiagram alle mogelijke wedstrijden zien. Hoeveel zijn het er?

b

Je gaat de competitie indelen door willekeurig uit deze mogelijke wedstrijden te kiezen. Hoe groot is de kans dat de eerste wedstrijd A tegen C is?

verder | terug