Vlakke meetkunde > Driehoeken
123456Driehoeken

Theorie

Twee driehoeken zijn congruent als ze

  • drie paren overeenkomstige zijden gelijk hebben;

  • een hoek en de twee zijden op de benen van die hoek gelijk hebben;

  • één zijde en twee paren overeenkomstige hoeken gelijk hebben;

  • twee zijden gelijk hebben en rechthoekig zijn.

Je komt congruente driehoeken vaak tegen in symmetrische figuren. Met behulp van congruentie kun je eigenschappen van dergelijke figuren afleiden. Het gaat er dan vaak om dat je aantoont dat bepaalde lijnstukken even lang zijn.

Twee driehoeken zijn gelijkvormig als

  • bij de drie paren overeenkomstige zijden een verhoudingstabel past;

  • er twee paren gelijke overeenkomstige hoeken zijn (Het derde paar is dan automatisch ook gelijk.);

  • er één paar gelijke overeenkomstige hoeken zijn en bij de twee paren overeenkomstige zijden op de benen van die hoeken een verhoudingstabel past;

  • beide driehoeken een rechte hoek hebben en bij twee paren overeenkomstige zijden een verhoudingstabel past.

Bij gelijkvormige driehoeken kun je een verhoudingstabel maken waarin de overeenkomstige zijden boven elkaar staan. De bijbehorende vergrotingsfactor bereken je door de lengtes van twee overeenkomstige zijden op elkaar te delen. En met die vergrotingsfactor kun je vaak onbekende lengtes van lijnstukken berekenen.

verder | terug