Vlakke meetkunde > Vlakke figuren
123456Vlakke figuren

Verwerken

Opgave 11

Een regelmatige twaalfhoek heeft zijden met een lengte van 2 cm.

Construeer deze twaalfhoek. Beschrijf hoe je te werk gaat.

Opgave 12

Gegeven is een gelijkzijdige driehoek A B C met zijden van 6 cm.

Bereken de straal van de ingeschreven cirkel van deze driehoek.

Opgave 13

Je ziet hier een vierkant A B C D met daarin een gelijkzijdige driehoek P C D .

Bereken de grootte van A P B .

Opgave 14

Een vlieger is een vierhoek waarvan één van de diagonalen de symmetrieas is. Van vlieger A B C D is dat de diagonaal A C . Dit betekent dat A B = A D en B C = D C .

a

Kun je vlieger A B C D tekenen als je weet dat A B = 6 en B C = 4  cm?

b

Construeer vlieger A B C D tekenen als je weet dat A B = 6 , B C = 4  cm en D A B = 60 ° .

c

Bereken de lengte van diagonaal A C .

De punten K, L, M en N zijn de middens van achtereenvolgens A B , B C , C D en D A .

d

Beredeneer dat K L M N een rechthoek is en bereken de oppervlakte van deze rechthoek.

Opgave 15

Op de hoekpunten van een vierkant met zijden van 2 cm liggen cirkels met een straal van 1 cm. Binnen deze cirkels ligt midden op het vierkant een kleinere cirkel die met elk van die cirkels precies één punt gemeen heeft.

Bereken de straal van die kleinere cirkel.

verder | terug