Algebra

Algebra > Haakjes

123456Haakjes

Voorbeeld 2

Een uitdrukking zonder haakjes kun je soms ontbinden in factoren door de GGD van alle termen buiten haakjes te halen. Hier zie je er enkele voorbeelden van.

$5 x + 10 = 5 \cdot x + 5 \cdot 2 = 5 (x + 2)$
$-5 x + 10 = -5 \cdot x - -5 \cdot 2 = -5 (x - 2)$
of
$-5 x + 10 = 5 \cdot - x + 5 \cdot 2 = 5 (- x + 2)$
$-5 x^{2} - 10 x = -5 x \cdot x + -5 x \cdot 2 = -5 x (x + 2)$
$5 x^{2} - 10 x + 15 = 5 \cdot x^{2} + 5 \cdot 2 x + 5 \cdot 3 = 5 (x^{2} + 2 x + 3)$
$5 x^{2} - 10 x y = 5 x \cdot x + 5 x \cdot 2 y = 5 x (x + 2 y)$
$5 x y - 5 y = 5 y \cdot x - 5 y \cdot 1 = 5 y (x - 1)$

Opgave 8

Je ziet in Voorbeeld 2 hoe je kunt ontbinden in factoren door een zo groot mogelijke gemeenschappelijke deler buiten haakjes te halen.

Bij de tweede uitdrukking zie je hoe er op twee manieren kan worden ontbonden in factoren. Is dat vaker het geval?

Hoe kun je controleren of je ontbinding goed is?

Opgave 9

Ontbind de volgende uitdrukkingen in factoren.

$6 x + 8 y$

$14 k^{2} - 21 k$

$-4 x y - 12 y^{2} + 6 y$

$p^{2} - p$

$3 a^{2} + 16 a b$

$-12 x^{2} - 6 x + 18$

Opgave 10

Oefen nu het buiten haakjes halen via Practicum .

Blijf oefenen tot je vrijwel geen fouten meer maakt.

verder | terug