Algebra > Wortels
123456Wortels

Toepassen

Je ziet hier twee tekendriehoeken zoals die in veel wiskundelokalen nog wel voorkomen.
De éne driehoek is rechthoekig en gelijkbenig en heeft daarom dezelfde vorm als je geodriehoek. Je hebt al eerder laten zien dat de zijden van die driehoek a, a en a 2 zijn.
De andere tekendriehoek is ook rechthoekig en is de helft van een gelijkzijdige driehoek. Daarvan heb je laten zien dat de zijden a, 2 a en a 3 zijn.

Werk in de volgende opgaven met die tekendriehoeken.

Opgave 16Tekendriehoeken
Tekendriehoeken

Bekijk de twee tekendriehoeken in Toepassen . Je ziet hoe lang hun zijden zijn als de kleinste een lengte van a cm heeft. Neem eerst de geodriehoek.

a

Hoe lang zijn alle zijden als de kortste zijde 8 cm is?

b

Hoe lang zijn alle zijden als de langste zijde 16 cm is?

c

Hoe lang zijn alle zijden als de langste zijde 1 cm is?

Neem nu de andere tekendriehoek.

d

Hoe lang zijn alle zijden als de kortste zijde 4 cm is?

e

Hoe lang zijn alle zijden als de langste zijde 10 cm is?

f

Hoe lang zijn alle zijden als de langste zijde 1 cm is?

g

Hoe lang zijn alle zijden als de langste rechthoekszijde 6 cm is?

Opgave 17Tekendriehoeken tegen elkaar
Tekendriehoeken tegen elkaar

De driehoek hiernaast bestaat uit twee tekendriehoeken tegen elkaar.

a

Hoe groot is de omtrek als de langste zijde 8 cm is?

b

Bereken de oppervlakte van deze driehoek.

Nu is B C geen 8, maar juist onbekend. De oppervlakte van de driehoek is 9 + 3 3 .

c

Bereken de lengte van B C .

verder | terug