Vergelijkingen

Opgave 9

Twee aanbieders van mobiele telefonie hebben een aanbieding:

Tele3: € 30,00 per maand en $11$ cent per minuut.
E-Mobile: € 25,00 per maand en $13$ cent per minuut.

a

Stel een formule op voor de telefoonkosten bij de aanbieding van Tele3.

b

Doe hetzelfde voor E-Mobile.

c

Bij welk aantal belminuten is E-Mobile duurder dan Tele3? En bij welk aantal is juist Tele3 duurder?

d

Jan belt gemiddeld $320$ . Kiest hij voor de aanbieding van Tele3 of voor die van E-Mobile?

Opgave 10

Los de volgende vergelijkingen op in twee decimalen nauwkeurig:

a

$x^{3} = 6 - x$

b

$\frac{750}{2 x + 1} = 300$

c

$2^{x} = 12$

d

$2 - \frac{1}{x} = 0,5$

Opgave 11

Bekijk hoe je de vergelijkingen in de voorgaande opgave hebt opgelost.
In welke gevallen kon je het analogierekenen toepassen?

Opgave 12

Een winkel huurt een kopieerapparaat speciaal voor haar klanten. Dit kost maandelijks $180$ euro en het maken van een kopie met dit apparaat kost de winkelier $6,5$ cent. De klanten betalen $10$ cent per kopie. De winkelier wil weten hoeveel kopieën er moeten worden gemaakt wil hij er niet bij inschieten.

a

Welke vergelijking kun je nu opstellen om het probleem op te lossen?

b

De winkelier schat dat hij vanaf $6000$ kopieën per maand uit de kosten komt. Klopt dit met de vergelijking die je hebt gevonden?

c

Kun je een nauwkeuriger oplossing vinden met behulp van de vergelijking?

Opgave 13

De afstand Apeldoorn - Deventer is via de snelweg $16$ km. Hoe sneller je rijdt, hoe korter je over die $16$ km doet. Onderweg gebruik je $5$ minuten om brandstof te tanken. Je doet over deze rit $14$ minuten, hoeveel is de gemiddelde snelheid?

Verwerken