De school huurt maandelijks een kopieerapparaat speciaal voor de leerlingen. Dit kost de school maandelijks € 152 en het maken van een kopie met dit apparaat kost de school cent. De leerlingen betalen cent per kopie. Hoeveel kopieën moeten er maandelijks worden gemaakt voordat de school uit de kosten is?
Deze grafieken brengen het probleem in beeld. Gebruik de figuren om de kosten per kopie van de school en die van de leerling af te lezen.
Bekijk het voorbeeld en werk met de eerste applet.
Waarom zijn de kosten per kopie voor de leerling constant? Welke formule hoort daar bij?
Waarom zijn de kosten per kopie voor de school niet constant?
Bereken de kosten per kopie voor de school als er kopieën worden gemaakt. Hoeveel zijn deze kosten bij kopieën? En bij kopieën?
Welke formule beschrijft de kosten per kopie voor de school?
Onderzoek bij welk aantal kopieën de kosten per kopie onder de cent komen. Probeer dit met de applet tot op de kopie nauwkeurig te bepalen. Welk probleem kom je tegen?
Bekijk het voorbeeld en werk met de tweede applet. Deze applet geeft de bedragen al nauwkeuriger.
In hoeveel decimalen nauwkeurig kun je de kosten per kopie nu aflezen?
Onderzoek opnieuw bij welk aantal kopieën de kosten onder de cent komen. Probeer dit met de applet tot op de kopie nauwkeurig te bepalen. Hoeveel antwoorden zijn er nu nog mogelijk?
Bekijk het voorbeeld en werk met de derde applet. Deze applet geeft de bedragen nog nauwkeuriger.
Hoeveel antwoorden op de vraag zijn er nu nog mogelijk?
Geef nu antwoord op de vraag tot op de kopie nauwkeurig. Dus vanaf hoeveel kopieën gaat de school verdienen?
Doordat je steeds meer decimalen kon aflezen werd je antwoord steeds nauwkeuriger. Waarom noem je deze manier van werken wel "inklemmen"?
Laat zien hoe dit inklemmen met een tabel kan.