Rijen > Rekenkundige rijen
123456Rekenkundige rijen

Toepassen

Opgave 12Lineaire hypotheek
Lineaire hypotheek

Iemand koopt een huis voor € 240.000. Dit geld leent hij bij een bank, dat heet een hypotheek. Hij komt met de bank overeen dat hij deze hypotheek in `30`  jaar volledig aflost in even grote bedragen per jaar. Daar bovenop moet hij de bank jaarlijks rente betalen over zijn schuld van dat jaar, het rentepercentage wordt voor `30`  jaar vastgezet op `4` %. Om het eenvoudig te houden is `t = 0` het moment waarop hij het geld leent en begint zijn aflossing een jaar later op `t = 1` .

a

Hoeveel moet deze persoon op `t = 1` aan de bank betalen aan aflossing en rente?

b

En hoe groot is dat bedrag op `t = 2` ? En op `t = 3` ?

c

Waarom heet dit wel een lineaire hypotheek? En waarom komt hij niet veel voor?

d

De rij met te betalen bedragen is een rekenkundige rij. Stel voor die rij een directe formule op. Geef aan welke waarden `t` aanneemt.

e

Bereken met behulp van de somformule voor een rekenkundige rij hoeveel hij in totaal aan de bank betaalt voor dit huis.

verder | terug