Werken met formules > Formules herschrijven
123456Formules herschrijven

Toepassen

Opgave 18Een boswal aanleggen
Een boswal aanleggen

Een boer heeft een rechthoekig stuk land dat twee keer zo lang is als breed. Uit het oogpunt van landschapsbeheer haalt hij aan beide lange zijden een strook van `3` meter breed af en maakt daar een smalle boswal. Verder maakt hij een bredere boswal van `10`  meter breed aan één van beide korte zijden. Zijn land wordt daarmee `2690` m2 kleiner.

a

Maak eerst een tekening van de situatie. Noem de oorspronkelijke breedte van het land `x` (in meter). Hoe groot is de oppervlakte van dit land, uitgedrukt in `x` ?

b

Hoe groot is de oppervlakte van het land na de aanleg van de boswal? Geef deze oppervlakte als formule met haakjes.

c

Bereken door wegwerken van de haakjes hoe groot de breedte van het rechthoekige stuk land is.

Opgave 19Windmolens
Windmolens

Windmolens kunnen elektriciteit opwekken. Voor een zekere windmolen wordt dat aangegeven door de formule: `P = 0,00013 * v^3 * D^2` . Hierin is `P` het (gemiddelde) vermogen in kW (kiloWatt), `v` de (gemiddelde) windsnelheid in m/s en `D` de rotordiameter in meter.

a

Ga uit van een windmolen met een diameter van `24` meter. Bij welke windsnelheid in km/h wordt een vermogen van `26` kW opgewekt?

b

Ga weer uit van een vermogen van `26` kW. Welke diameter de windmolen moet hebben, kun je dan berekenen als je de snelheid van de wind weet. Stel een formule op die `D` uitdrukt in `v` .

c

In een bepaald gebied ligt de windsnelheid tussen de `7,2` en de `36`  km/h. Als je een (gemiddeld) vermogen van `26`  kW met een windmolen wilt kunnen opwekken, tussen welke waarden kies je dan de diameter van die molen?

verder | terug