De formule `x + 2 y = 12` beschrijft een verband tussen `x` en `y` . Hierbij kun je een grafiek tekenen. Deze grafiek kun je ook met de grafische rekenmachine tekenen. Om hem te kunnen invoeren moet je de formule herschrijven in de vorm `y=...` . Je zegt ook wel dat `y` uitgedrukt moet worden in `x` .
`x + 2 y` |
`=` |
`12` |
beide zijden
`text(-)x`
|
`2 y` |
`=` |
`12-x` |
beide zijden
`/2`
|
`y` |
`=` |
`6-0,5x` |
Je hebt de variabele
`y`
geschreven als functie van
`x`
. Nu kun je de formule in de grafische rekenmachine invoeren. In het
Gegeven is de formule `4x+2y=10` .
Herleid de formule tot `y` een functie is van `x` .
Teken de grafiek bij de formule met de grafische rekenmachine.
Gegeven zijn de twee formules `2 x + y = 6` en `x^2 + 2 y = 12` .
Herleid beide formules tot `y` een functie is van `x` .
Voer beide formules in de grafische rekenmachine in en teken met de grafische rekenmachine de grafieken.
Bepaal met de tabel op de grafische rekenmachine de snijpunten van beide grafieken.