Werken met formules > Totaalbeeld
123456Totaalbeeld

Testen

Opgave 1

Los de vergelijkingen algebraïsch op. Rond indien nodig af op twee decimalen nauwkeurig.

a

`610 + 0,2q = 55 - 0,3q`

b

`2 - 8(x - 2) = 4 + 3(4 - x)`

c

`text(-)0,15(x+25) ^2+15 =0`

d

`2sqrt(2x-4)=10`

e

`k^2-k=90`

f

`2x^2+10x=12`

Opgave 2

Los de vergelijking `x^2+sqrt(2 x)=20` op met behulp van de grafische rekenmachine. Geef een benadering in drie decimalen nauwkeurig.

Opgave 3
a

Gegeven is de formule `(3x - 9)/2 = (3y)/4` . Druk `y` uit in `x` .

b

Gegeven zijn de formules `K = 3a - 2b + 22` en `b= text(-)a + 8` . Druk `K` uit in `a` .

Opgave 4

Vanaf een toren wordt een vuurpijl afgeschoten. De hoogte `h` van de vuurpijl hangt af van de tijd `t` dat deze onderweg is. Er geldt: `h=100 +40 t-5 t^2` . Hierin is `h` in meter en `t` in seconden gemeten.

a

Breng de grafiek van `h` in beeld op de grafische rekenmachine.

b

Op welke hoogte boven de begane grond werd de vuurpijl afgeschoten? Na hoeveel seconden was de vuurpijl weer op diezelfde hoogte?

c

Na hoeveel seconden was de vuurpijl op het hoogste punt in zijn baan? Hoeveel meter boven de begane grond was hij op dat moment?

d

Na hoeveel seconden kwam de vuurpijl op de grond terecht?

e

Kun je met deze gegevens de baan van de vuurpijl in beeld brengen? Verklaar je antwoord.

Opgave 5

Een fabrikant wil zijn hagelslag verpakken in doosjes met een vierkante bodem. Voor een doosje gebruikt hij `800`  cm2 karton. Ga ervan uit dat een doosje precies de vorm van een balk heeft.

a

De hoogte van zo’n doosje wordt aangegeven met `h` en de zijden van het grondvlak met `x` . Laat zien dat het verband tussen `h` en `x` beschreven wordt door de formule: `4 xh+2 x^2=800` .

b

De verpakkingsmachine laat een maximale hoogte van `12` centimeter toe. Bepaal de waarde van `x` bij `h=12` cm. Geef de benadering in mm nauwkeurig.

c

Herleid de formule `4xh+2x^2=800` tot `h` een functie is van `x` en bereken welke `h` bij `x=8` hoort.

verder | terug