Om `(root[4](19^220))/(19^54)` te kunnen berekenen, moet je de eigenschappen van machten goed beheersen. De rekenmachine laat je namelijk (zeer waarschijnlijk) in de steek. Eerst schrijf je de teller als macht van negentien:
`root[4](19^220) = (19^220)^(1/4) = 19^(220*1/4) = 19^(55)`
Dus: `(root[4](19^220))/(19^54) = (19^55)/(19^54) = 19^(55-54)=19`
Bekijk stap voor stap welke eigenschappen er zijn gebruikt.
Bekijk de
Welke eigenschap van machten is er in de eerste stap gebruikt voor het "wegwerken" van de wortel?
Welke eigenschap is er vervolgens gebruikt?
En welke eigenschap als laatste?
Bereken: `(31^25 * root [3] ( 31^30 )) /( 31^12 ) ^3`