Exponentiële functies > Meer exponentiële functies
123456Meer exponentiële functies

Verwerken

Opgave 8

Gegeven is de functie `f(x) = 1/6 * 5^x + 340` .

a

Hoe ontstaat de grafiek van `f` uit die de grafiek van `y=5^x` ?

b

Plot de grafiek van `f` . Welke vensterinstellingen gebruik je?

c

Welke horizontale asymptoot heeft de grafiek van `f` ?

Opgave 9

Los de vergelijkingen en ongelijkheden op. Vereenvoudig eerst zo ver mogelijk en geef daarna de oplossing in twee decimalen nauwkeurig.

a

`5^x = 10`

b

`5^x ≤ 10`

c

`5 * (1/3)^x - 8 = 2`

d

`5 * (1/3)^x - 8 < 2`

Opgave 10

Los algebraïsch op als dat mogelijk is. Geef anders een benadering met twee cijfers achter de komma.

a

`4 * 0,5^x - 1 < 0`

b

`2 * 2^ (text(-)x + 1) - 1 > 0`

c

`3,5^ (x + 50) - 0,5 > 3`

d

`3^(x - 4) < 1/9 sqrt( 3 )`

Opgave 11

Een patiënt krijgt via een infuus een medicijn toegediend. De formule `A(t) = 540 - 540 * 0,95^t` geeft de hoeveelheid `A(t)` in mg van het medicijn die na `t` minuten in het bloed aanwezig is.

a

Hoe zie je aan de formule dat de grafiek van `A(t)` stijgend is?

b

Hoeveel mg van het medicijn zal er uiteindelijk in het bloed zitten?

c

Na hoeveel minuten (in gehelen) is `75` % van de maximale hoeveelheid medicijn in het bloed opgenomen?

Opgave 12

Gegeven zijn de functies `f(x) = 2^(x - 2) - 3` en `g(x) = 4 * 0,5^(x + 3) - 1` .

a

Herleid beide functievoorschriften tot de vorm `y = b * g^x + d` . Hoe ontstaan de grafieken van `f` en `g` door herschalen en/of verschuiven in de `y` -richting uit grafieken van bijpassende basisfuncties?

b

Los algebraïsch op: `f(x) = text(-) 2 7/8` .

c

Los op: `g(x) > 1,5` . Rond het antwoord af op twee decimalen.

d

Welke waarden neemt `g(x)` aan voor `x ≤ text(-)2` ?

verder | terug