Logaritmische functies > Logaritmische functies
123456Logaritmische functies

Uitleg

Je ziet hier de grafieken van `y_1=2^x` en van `y_2=\ ^2log(x)` .

Beide grafieken zijn elkaars spiegelbeeld bij spiegelen in de lijn `y=x` .

Dat komt omdat uit `y=2^x` volgt `x = \ ^2log(y)` en om de grafiek van `y_2` te krijgen, moet je `x` en `y` verwisselen.

De karakteristieken van een logaritmische functie zijn daarom af te leiden uit die van de bijbehorende exponentiële functie door `x` en `y` te verwisselen. Beide functies `y = g^x` en `y = \ ^(g) log (x)` zijn elkaars terugrekenfunctie.

Opgave 1

Gegeven zijn de functies `y_1 = 2^x` en `y_2 = \ ^2 log(x)` .

a

Plot beide grafieken op de grafische rekenmachine.

b

Het punt `(4, 2)` ligt op de grafiek van `y_2` . Welk punt op de grafiek van `y_1` is het spiegelbeeld van dit punt bij spiegeling in de lijn `y = x` ?

c

Noem nog twee punten op de grafiek van `y_2` en het bijbehorende spiegelbeeld op de grafiek van `y_1` .

d

Welk verband bestaat er tussen het bereik van `y_1` en het domein van `y_2` ?

e

Welke asymptoot heeft `y_2` ?

Opgave 2

Gegeven zijn de functies `y_1 = (1/2)^x` en `y_2 =\ ^(1/2) log(x)` .
De eigenschappen van `y_2` kun je afleiden uit die van `y_1` .
Geef het domein, het bereik en de asymptoot van de functie `y_2` .

verder | terug