Periodieke functies > Periodiciteit
123456Periodiciteit

Theorie

De periode van een periodiek verband is de lengte van het kortste interval waarin iets zich herhaalt.

In de grafiek is een herhalende golfbeweging zichtbaar. Er zijn verschillende intervallen voor de periode mogelijk:

  • van een maximum tot het eerstvolgend maximum;

  • van een minimum tot het eerstvolgend minimum;

  • een willekeurig punt tot het volgende punt waarop de grafiek dezelfde hoogte én dezelfde daling of stijging heeft als in het andere punt.

Voor de lengte van het interval waarop de grafiek zich herhaalt is het niet belangrijk uit welk deel van de grafiek het interval komt. Die lengte is altijd gelijk als de grafiek zuiver periodiek is. Soms wordt de periode ook wel golflengte genoemd.

Als op tijdstip `t` een bepaalde uitkomst voorkomt, komt diezelfde uitkomst ook voor op `t + k * text(periode)` , waarin `k` een geheel getal is.

Het aantal periodes per tijdseenheid heet de frequentie:
`text(frequentie)=(text(1))/(text(periode))` .

verder | terug