Bepaal van de volgende functies de periode, de amplitude, de evenwichtslijn en de horizontale verschuiving ten opzichte van `y = sin(x)` .
`y = 4 sin(4π x)`
`y = 6 + 2 cos(x+8)`
`y = 0,5 sin(0,5π x)`
Gegeven is de functie `h(t) = 20 + 12sin(0,5pi(t-2))` .
Met welke vensterinstellingen krijg je de grafiek van `h` op je grafische rekenmachine goed in beeld?
Bereken de coördinaten van de toppen van de grafiek van `h`
Los op: `h(t) ge 30` . Benaderingen in drie decimalen nauwkeurig.