Een spel kaarten om mee te "toepen" bevat van elk der vier kleuren alleen de kaarten 7, 8, 9, 10, Boer, Vrouw, Heer en Aas. Totaal kaarten. Beantwoord de vragen zowel door tellen van gunstige mogelijkheden als door gebruik van de somregel.
Wat is de kans dat een uit zo'n spel getrokken kaart een ruiten of een plaatje is?
Wat is de kans dat een uit zo'n spel getrokken kaart een harten of een of een is?
Wat is de kans dat een uit zo'n spel getrokken kaart een 9 of een 10 is of geen harten?
In een vaas zitten balletjes, rode, blauwe en gele. Ze zijn ook genummerd, van elke kleur draagt één balletje nummer 1, één balletje nummer 2 en één balletje nummer 3. Er wordt aselect een balletje getrokken. Bepaal de kans dat:
het balletje niet rood is;
het balletje rood is of nummer 2 heeft;
het balletje niet blauw is of niet nummer 3 heeft.
Een bestuur van personen bestaat uit oprichters, oplichters en opzichters. Sommige leden hebben meer dan één van die kwaliteiten. Er zijn oprichters, oplichters en opzichters. persoon is zowel oprichter als oplichter en opzichter. zijn oprichter en oplichter (en misschien ook opzichter) en zijn oprichter en opzichter (en misschien oplichter).
Maak op grond van deze gegevens een Venndiagram.
Wat is de kans dat een willekeurig bestuurslid keurig is (geen oplichter)?
Wat is de kans dat een willekeurig bestuurslid oprichter is? Dat hij oplichter is? Dat hij beide is?
Bepaal de kans dat een willekeurig bestuurslid oprichter of oplichter is.
De kans dat een bestuurslid oprichter, oplichter of opzichter is, is natuurlijk . Iemand zegt: "Die kans moet de kans zijn dat hij oprichter of oplichter is, plus de kans dat hij opzichter is." Redeneren helpt niet, dus toon hem dat zijn resultaat niet goed kan zijn en vertel hem dan hoe het wel moet.