Kansrekening > Kansen optellen en aftrekken
12345Kansen optellen en aftrekken

Theorie

Bij een bepaald kansexperiment zoals het trekken van een kaart uit een kaartspel bestaat een uitkomstenverzameling met 52 mogelijkheden. Een gebeurtenis zoals "het trekken van een tien" is dan een deel van die uitkomstenverzameling (er zijn 4 tienen). Bij elke gebeurtenis hoort een bepaalde kans. Hierbij gelden de volgende kansregels:

  • De kans op een onmogelijke gebeurtenis (niets uit de uitkomstenverzameling) is 0.

  • De kans op een zekere gebeurtenis (de complete uitkomstenverzameling) is 1.

  • Is G een gebeurtenis, dan is P ( G ) de kans op die gebeurtenis en 0 < P ( G ) 1 .

  • De complementregel:
    Is niet- G de ontkenning van gebeurtenis G dan is P ( niet- G ) = 1 P ( G ) .
    Je noemt niet- G en G wel complementaire gebeurtenissen.

  • De somregel:

    • als de gebeurtenissen G 1 en G 2 elkaar wederzijds uitsluiten, dan is
      P ( G 1 of G 2 ) = P ( G 1 ) + P ( G 2 ) .

    • als de gebeurtenissen G 1 en G 2 elkaar niet wederzijds uitsluiten, dan is
      P ( G 1 of G 2 ) = P ( G 1 ) + P ( G 2 ) P ( G 1 en G 2 ) .

Je ziet dat voor twee gebeurtenissen G 1 en G 2 die elkaar wederzijds uitsluiten geldt:
P ( G 1 en G 2 ) = 0 .

verder | terug