Kansrekening > Kansen vermenigvuldigen
12345Kansen vermenigvuldigen

Testen

Opgave 16

60% van de artikelen die een fabriek maakt is van soort A, 40% is van soort B. Er gaat wel eens iets mis. Van de artikelen van soort A moet 1% worden afgekeurd. Voor soort B is dat zelfs 2%.

a

Wat is de kans dat een aselect gekozen artikel van soort A is en wordt afgekeurd?

b

Wat is de kans dat een aselect gekozen artikel van soort B is en wordt goedgekeurd?

c

Wat is de kans dat een aselect gekozen artikel wordt afgekeurd?

d

Je kunt de productregel gebruiken om de kans te berekenen dat een afgekeurd artikel van soort B is. Doe dit.

Opgave 17

Je hebt een vaas met 1200 balletjes, 500 rode, 400 witte en 300 blauwe. Bij elke kleur zijn 200 van de balletjes van hout, de andere zijn van plastic. Het verschil is niet te voelen. B is een aselect uit de vaas gepakt balletje.

a

Bepaal P( B is rood | B is van hout) en P( B is van hout | B is rood).

b

Bepaal P( B is rood of B is van hout) en P( B is rood en B is van hout)?

c

Bepaal P( B is blauw of B is van plastic B is niet wit) en P( B is blauw of B is van plastic B is wit).

Opgave 18

In een doos zitten 900 briefjes met daarop de getallen 100, 101, 102, ... , 999.

a

Op hoeveel briefjes in de doos komt het cijfer 0 voor als laatste cijfer? En als middelste cijfer? Reken na dat op 171 briefjes een 0 voorkomt.

b

Op hoeveel briefjes in de doos komt het cijfer 9 voor als laatste cijfer? Als middelste cijfer? Als eerste cijfer? Onder de twee laatste cijfers?

c

Controleer dat op 252 briefjes een 9 voorkomt. (Je kunt het uitrekenen met de somregel als je eerst nagaat hoeveel briefjes een 9 als linker cijfer hebben en ook tenminste één 9 bij de twee rechter cijfers.)

d

Je trekt uit die vaas een briefje A, en zonder terugleggen een tweede briefje B. Bereken P(A bevat een 0), P(B bevat een 0 | A bevat een 0) en (in procenten) P(B bevat een 0 en A bevat een 0).

e

Bereken P(A bevat een 9), P(B bevat een 9 | A bevat een 9) en (in procenten) P(B bevat een 9 en A bevat een 9).

f

Ga na hoeveel briefjes er in de vaas zitten waarop een 0 én een 9 staat.

g

P(A bevat een 9 | A bevat een 0) kun je berekenen door de productregel te gebruiken, hoe? Reken hem uit.

h

Je kunt P(A bevat een 0 en B bevat een 9) het best uitrekenen met een kansboom door die met vier takken te laten beginnen: A bevat een 0 en geen 9, een 0 en een 9, een 9 en geen 0 of noch een 0, noch een 9. Voer de berekening uit.

i

Gebruik het resultaat van h om P(B bevat een 9 | A bevat een 0) te berekenen.

Opgave 19

Op een school is onderzocht hoeveel leerlingen er roken. In de tabel vind je de resultaten van dat onderzoek.

rookgedrag mannen vrouwen
roken 105 134 239
niet roken 475 486 961

580 620 1200
a

Bereken in vier decimalen nauwkeurig de kans dat een willekeurige leerling van deze school rookt.

b

Bereken in vier decimalen nauwkeurig de kans dat een willekeurig meisje van deze school rookt.

c

Bereken in vier decimalen nauwkeurig de kans dat een willekeurige rokende leerling van deze school een meisje is.

verder | terug