Toepassen van formules > Evenredig en lineair
12345Evenredig en lineair

Verwerken

Opgave 12

In een winkelbedrijf wordt onderzocht hoe de tomatenverkoop afhangt van de prijs. Iemand beweert dat de volgende formule geldt: `a = 500/p` .
Hierin is `a` de verkoop per dag in kg en `p` de prijs per kg in euro.

a

Plot een grafiek waaruit je de verkoop kunt aflezen voor prijzen tussen de € 1,00 en € 5,00 per kilogram.

b

Iemand zegt: "Een verdubbeling van de prijs zorgt voor een halvering van de verkoop." Klopt dat?

De bewering is waar.

De bewering is niet waar.

c

Klopt deze bewering met de formule: "Als de prijs vijf keer zo hoog wordt, wordt de verkoop vijf keer zo klein."?

De bewering is waar.

De bewering is niet waar.

d

Geef twee andere formules voor hetzelfde verband tussen `a` en `p` .

e

In het bedrijf heeft men een voorraad van `300` kg tomaten. Deze tomaten zijn niet lang meer houdbaar en men wil er binnen een dag vanaf. Bereken de maximale prijs volgens de formule.

Een formule zoals `a = 500/p` is meestal slechts op een beperkt gebied bruikbaar. Dat kun je zien als je voor `p` extreme gevallen neemt.

f

Hoe groot is de verkoop bij een prijs van € 0,01? En bij een prijs van € 100,00? Zal dit in werkelijkheid ook zo zijn?

Opgave 13

Los de vergelijkingen algebraïsch op.

a

`(2,25)/p = 0,45`

b

`4,50 + 300/k = 4,70`

c

`1200/(k+12) - 42 = 6`

Opgave 14

Een kaasboer houdt bij hoeveel kilo geraspte kaas hij per week verkoopt. Het blijkt dat de hoeveelheid `k` (kg) die hij verkoopt omgekeerd evenredig is met de prijs `p` per kilo. Bij een prijs van € 13,00 per kilo verkoopt hij `15` kg geraspte kaas.

a

Stel een op formule die `k` uitdrukt in `p` .

b

Bereken het aantal verkochte kilo’s kaas als de prijs € 10,00 per kilogram is.

Er is een nieuw restaurant in het pand naast de kaasboer geopend. De eigenaar van het restaurant neemt iedere week `15` kg kaas af. De prijs die hij betaalt, wordt in onderling overleg met de kaasboer bepaald.

c

Bereken in de nieuwe situatie het aantal verkochte kilo’s als de prijs € 10,00 per kilo is.

d

Welke nieuwe formule voor `k` geldt nu?

e

Plot de grafiek van `k` en bepaal bij welke prijs per kilogram de verkoop per week `40` kg is.

f

Bereken ook algebraïsch bij welke prijs de verkoop per week `40` kg is.

Opgave 15

Bekijk de tabel met het aantal personenauto's in Nederland in een aantal jaren.

jaar 1999 2005 2007 2008 2009 2010
aantal personenauto's `4100000` `4300000` `4350000` `4410000` `4500000` `4660000`
a

Bepaal door lineair interpoleren het aantal personenauto's voor het jaar 2000 en het jaar 2006.

b

Bepaal door lineair extrapoleren de aantallen voor 2014 en 2016.

c

In 1990 telde Nederland `14,89` miljoen inwoners.

Hoeveel auto's waren er per Nederlander in 1990?
Geef je antwoord in twee decimalen.

d

Hoeveel Nederlanders waren er per auto in 1990?
Geef je antwoord in twee decimalen.

Opgave 16

Er bestaat een omgekeerd evenredig verband tussen `x` en `y` .
Als `x` toeneemt van `x = 10` naar `x = 30` dan neemt `y` af met `30` .
Stel een formule op bij dit verband.

verder | terug