Kansrekenen > Kansen
1234567Kansen

Voorbeeld 4

Ook bij het delen van speelkaarten spelen kansen een grote rol. Een normaal kaartspel telt `52` kaarten. Er zijn vier "kleuren" : harten, schoppen, ruiten en klaveren. Als het delen van kaarten eerlijk gebeurt, is er sprake van een aselecte trekking. Hoe groot is daarbij de kans dat je bij trekking van één kaart een aas krijgt? Hoe groot is de kans dat het hartenaas is?

> antwoord

De kans op een aas is `text(P)(text(aas)) = 4/52 = 1/13` .
De kans op hartenaas is `text(P)(text(hartenaas)) = 1/52` .

Opgave 11

Bekijk Voorbeeld 4. Stel je voor dat je aselect één kaart uit een goed geschud spel van `52` kaarten trekt.

a

Hoe groot is de kans op een ruitenkaart?

b

Hoe groot is de kans op een plaatje?

c

Wat is de kans op een schoppentien?

Opgave 12

Welke van de volgende kansen kun je door redeneren bepalen? Bereken zo mogelijk de grootte van die kans, of geef aan hoe deze te bepalen is.

a

De kans dat je in december minstens één keer te laat komt op school.

b

De kans om een meerkeuzevraag met vier keuzemogelijkheden bij toeval goed te beantwoorden.

c

De kans dat de eerstvolgende baby die wordt geboren een jongen is.

d

De kans dat de eerstvolgende baby die wordt geboren in een gezin met al drie jongens weer een jongen is.

e

De kans dat het morgen zes uur regent.

f

Je werpt met een dobbelsteen in de vorm van een regelmatig achtvlak met vier rode, twee witte en twee blauwe zijvlakken. Wat is de kans dat bij het werpen met zo’n dobbelsteen, deze op een rood zijvlak komt te liggen?

verder | terug